neerlandés » alemán

Traducciones de „gebrek“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

ge·brek <gebrek|en> [ɣəbrɛk] SUST. nt

2. gebrek (armoede, gemis):

gebrek
Not f
gebrek
Mangel m form.
gebrek lijden
Not leiden
gebrek lijden
darben form.

3. gebrek:

gebrek (kwaal)
Leiden nt
gebrek (handicap)
Schaden m
gebrek (handicap)
Gebrechen nt
gebrek (van mens)
Behinderung f
een erfelijk gebrek
ein Erbfehler
de gebreken van de ouderdom
die Gebrechen des Alters

Ejemplos de uso para gebrek

gebrek lijden
Not leiden
wegens gebrek aan bewijs
mangels Beweis
bij gebrek aan tijd
aus Zeitmangel
bij gebrek aan beter
in Ermangelung eines Besseren
het gebrek aan concentratie
der Konzentrationsmangel
het gebrek aan discipline
die Disziplinlosigkeit
het gebrek aan personeel
der Personalmangel
bij gebrek aan bewijs
mangels Beweisen
een erfelijk gebrek
ein Erbfehler
een natuurlijk gebrek
ein angeborener Fehler
een verborgen gebrek
ein verborgener Mangel
kommer en gebrek
Kummer und Not
bij gebrek aan
mangels form. +gen.
hij heeft gebrek aan ervaring
es fehlt ihm an Erfahrung

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares