neerlandés » alemán

Traducciones de „uitbreken“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

uit·bre·ken1 <brak uit, h. uitgebroken> [œydbrekə(n)] V. trans. (door breken wegnemen)

uitbreken
de kamer uitbreken

uit·bre·ken2 <brak uit, i. uitgebroken> [œydbrekə(n)] V. intr.

1. uitbreken (ontsnappen):

uitbreken
uitbreken uit de gevangenis

2. uitbreken (plotseling zich vertonen):

uitbreken
in tranen uitbreken

3. uitbreken (in alle hevigheid beginnen):

uitbreken
uitbreken
in klachten uitbreken

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski